Nu beschikbaar! Onze nieuwe online training Fit to Compete!

Emailadres

info@bartelsinstituut.nl

Telefonisch contact

06 28 330 551

Doseren: de wetenschap achter het belasten van een jong paard.

Gisella Bartels

Doseren, het is misschien wel één van de belangrijkste woorden in de paardensport. En nu dat toch ter sprake komt… Zullen we dat woord ook ter harte nemen als we discussiëren? Ik sta namelijk op het punt om een nogal heikel onderwerp met jullie te bespreken. Dat doe ik niet omdat ik het leuk vind om mijn ‘kop op het hakblok’ te leggen, maar omdat ik het belangrijk vind dat we zoveel mogelijk keuzes maken die het paard ten goede komen. Daarvoor is het nodig om kennis te delen, open te staan voor goed onderbouwde inzichten van anderen en ons te verdiepen in wat we echt weten in plaats alleen in wat we vinden.

Jonge paarden onder het zadel

Het onderwerp dat ik wil bespreken is het belasten van jonge paarden.  Ieder bericht op social media waarin een jong paard getraind wordt maakt vele reacties los. Deze variëren van ‘geweldig, wat goed, wat een talent’ bij een driejarige die spectaculair door de baan draaft onder het zadel, tot ‘schandalig, een paard moet eerst uitgegroeid zijn’. De voor- en tegenstanders zullen beide van mening zijn dat ze goed voor hun paarden zijn. Toch liggen de meningen nogal uiteen.

Het probleem is dat er vaak vooral gereageerd wordt vanuit emotie (enthousiasme over dat getalenteerde jonge paard) of beperkte kennis (iemand heeft ooit een plaatje gezien met  de leeftijd  waarop groeischijven sluiten, maar weet onvoldoende wat belasting met een paard doet).

Paardrijden is emotie en dat mag ook zeker behouden blijven, evenals een stuk horsemanship waarbij je probeert aan te voelen wat voor een specifiek paard op dat moment goed is. Daarnaast kan wetenschappelijk onderbouwde kennis ons echter verder helpen als we het goed willen doen voor paarden. En het helpt ons om eindeloze discussies op een constructieve manier te voeren én ergens toe te laten leiden.

Groeischijven

Terug naar die kennis. En terug naar dat plaatje over groeischijven. Het klopt, de laatste groeischijven van een paard sluiten geregeld pas tussen de 6- 8 jaar. De eerste sluiten al binnen een half jaar, deze zijn onder in het been te vinden. Zo sluiten de groeischijven naar boven toe steeds iets later. Bekken en schouderblad zijn tussen 3-5 jaar uitgegroeid. De laatste groeischijven die sluiten zijn de groeischijven van de wervelkolom.

De groeischijven van een paard sluiten van onder naar boven. Onderling zijn er wel kleine verschillen.
Groeischijven afbeelding 2. Credits Equinaomi.

 

Dat is voor veel mensen de reden om te zeggen dat paarden totdat ze uitgegroeid zijn niet of alleen onbelast moeten trainen. Lekker in de wei of enkel wat grondwerk. De vraag is echter of dat de juiste keuze is. Door hiervoor te kiezen ga je ervan uit dat belasting vóór het sluiten van de groeischijven schadelijk is. Die groeischijven zijn immers relatief zacht en de gedachte dat die kwetsbaar zijn en dus niet belast moeten worden is niet gek. Maar het klopt niet (geheel)…

Het belasten van weefsel op jonge leeftijd

Hier komt de wetenschap weer om de hoek kijken. Uit diverse studies blijkt dat weefsel dat in de jonge jaren (zelfs al veulen al) met enige regelmaat gedoseerd (daar hebben we hem) belast wordt uiteindelijk sterker en belastbaarder is dan weefsel waarbij dat niet is gebeurd.
Juist als de botten nog niet zijn uitgegroeid is het goed om het weefsel en het lichaam prikkels/belasting te geven waardoor het weefsel wordt voorbereid op zijn latere taak. Juist in de groei is het weefsel optimaal in staat zich aan te passen. Het toverwoord hierbij is doseren. Niet teveel! Maar vooral ook niet te weinig!

Voorbereiden op een gezonde toekomst

Weidegang is goed voor een paard. Ze kunnen vrij bewegen, ontwikkelen hun motoriek en daarnaast is het mentaal en sociaal voor de meeste paarden erg fijn. Maar de meeste paarden bewegen lang niet zoveel als dat goed voor ze zou zijn. Onze weides zijn vlak, vaak zonder heuvels obstakels en verschillende ondergronden. Tel daarbij op dat ze niet hoeven te zoeken naar eten en water en dus veel minder lopen dan hun soortgenoten op de steppe vroeger.
Onze toekomstige sportpaarden zijn dus over het algemeen na de periode van opfok weinig gewend en dat terwijl ze op latere leeftijd wel goed belastbaar moeten zijn. De weefsels zijn weinig of niet belast of geprikkeld en hebben zich niet kunnen voorbereiden op hun toekomstige taak.

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat veulens en jonge paarden die in hun jeugd constant (dag en nacht) konden bewegen en regelmatig matig intensieve beweging kregen een sterker skelet ontwikkelden. Naast het skelet geldt dat ook voor structuren als pezen en banden.

Bewegen veulen
Bewegen op jonge leeftijd is van groot belang op de latere belastbaarheid. Dit veulen groeide op in de heuvels van de Dordogne

 

Tijdig beginnen

Voor onze sportpaarden blijkt het juist goed om ze al op jonge leeftijd gedoseerd te gaan trainen. Grondwerk kan een start zijn, maar ook bijvoorbeeld longewerk. Daarover zijn de meesten het meestal nog wel eens. Maar, en nu komt het, zelfs het onder het zadel trainen van een jong paard kan op lange termijn juist gunstig uitpakken. Het weefsel wordt geprikkeld en kan zich gaan aanpassen aan de geboden belasting, wat het paard belastbaarder maakt. Hoewel longe- en grondwerk veel kan betekenen kan het de specifieke prikkel van een ruiter op de rug niet vervangen. Daarom zijn mensen die een 2,5 jarige of driejarige zadelmak maken niet per se slecht bezig. Sterker nog, het blijkt, mits goed uitgevoerd, zelfs goed te zijn. Maar, en dit is een hele grote MAAR: het dient gedoseerd te gebeuren. Dus: met een handige, lichte ruiter, liefst niet langer dan 15 minuten per keer (inclusief longeren vooraf), 2-3x per week.

 

 

 

Het veulen van hierboven als 5 jarige op zijn tweede wedstrijd. Als driejarige rustig in training genomen en zadelmak gemak. Daarna geleidelijk opgeleid.

 

Als een paard al een tijdje grondwerk of longewerk doet heeft deze al enige conditie, spierkracht en balans opgebouwd. Als er daarnaast gewerkt is aan vertrouwen is het bij veel paarden mogelijk om op deze rustige manier te werk te gaan. Meteen 7 dagen in de week een half uur erop is teveel. Uiteraard begrijp ik dat in het kader van veiligheid er weleens voor wordt gekozen om paarden goed moe te maken door langer en vaker te werken. Probeer dit echter te vermijden. Een vermoeid paard wordt minder gecoördineerd en zal eerder een blessure oplopen of overbelast worden.

Geduld en doseren

De grootste uitdaging volgt echter na het zadelmak maken. Is het paard getalenteerd en pakt hij het goed op? Dan wordt er makkelijk teveel van het paard gevraagd, ‘want hij biedt het zo goed aan’. Maar juist deze paarden dienen tegen zichzelf en de ruiter in bescherming genomen worden.

Minder getalenteerde paarden evenzo. Geef ze de tijd om zich te ontwikkelen door een goede balans tussen training en ‘rust’/hersteldagen én laat je niet verleiden om te ver te gaan in de training.

Versterk de onderlijn

De houding waarin een paard loopt is ook relevant. Wissel dit af. Niet iedere driejarig loopt zomaar met zijn neus over de grond, maar probeer het paard geregeld uit te nodigen de hand op te zoeken en de hals te laten zakken. Zijn onderlijn is in beginsel nog niet sterk genoeg om een ruiter langere tijd te dragen. Het passieve system waarbij het ligamentum nuchae , ligamentum supraspinale en de bovenste halspieren helpen de rug ‘omhoog te trekken’ als de hals zakt is dan van groot belang.

Wees ook niet bang om een paard een paar weken vakantie te geven. Pas na enkele weken geen training zal er echt een afname van spierkracht plaatsvinden. In de tussentijd kan een paard even bijkomen, fysiek en mentaal. Veel langere pauzes zijn echter niet gunstig omdat dan weldegelijk een verzwakking van diverse structuren kan plaatsvinden!

Gedoseerd belasten heeft de voorkeur

Belasten op jonge leeftijd kent dus vele voordelen. Doe het echter wel met beleid. GEDOSEERD.  Als het gaat om paardenwelzijn, het gezond houden van onze paarden en, voor wie dat wil, optimaal laten presteren van een sportpaard op latere leeftijd, dan is op een verantwoorde en gedoseerde manier werken vanaf de grond én onder het zadel dus gunstig.

Spektakel

En hoe het dan zit met de driejarige die spectaculair door de bak gaat?
Leuk als rondje voor de fokkers, maar laat dat vooral niet de dagelijkse training zijn. De kans dat hij van één of enkele keren direct schade oploopt is niet zo heel groot, maar het draagt in deze fase van zijn leven waarschijnlijk niet echt bij aan een goede ontwikkeling.  Langere tijd in de oprichting met onvoldoende onderlijnaanspanning trainen kan op lange termijn wel diverse klachten geven waaronder wervelkolomproblematiek.
De hele positieve reacties op dit soort filmpjes zijn niet geheel onbegrijpelijk. Het zien van een getalenteerd paard maakt liefhebbers enthousiast en dat mag ook. Zolang we ons maar realiseren dat het vooral belangrijk is om zo’n talent heel te houden. Dus: in de dagelijkse training minder focussen op spektakel en meer op een gezonde ontwikkeling.
Een paard te jong moeten ‘afschrijven’ door overbelasting is precies hetgeen mensen bang voor zijn op basis van plaatjes met de tijden van het sluiten van de groeischijven. Dat is echter alleen een reële angst bij langdurig foutief en teveel belasten.  Helaas gebeurt dat nog wel regelmatig. Dat wil echter niet zeggen dat we onze ogen moeten sluiten voor de voordelen van training van een jong paard.

De manier van trainen en het management

Werk in de trainingen met een jong paard aan ontspanning, balans, core stability,  varieer in hoofd-hals houding en pak korte blokjes van enkele minuten waarin je het paard aan het werk zet. Wissel dat af met bijvoorbeeld stapwerk. Een paard heeft immers wel een trainingsprikkel nodig om sterker te worden, maar te zwaar werk kan zoals gezegd juist weer leiden tot schade. De manier waarop getraind wordt is dus zeer bepalen voor de uitkomst. Zo ook de duur, de frequentie en de ruiter (let op gewicht, ervaring etc). Denk echter ook na over allerlei andere zaken die van belang zijn.
Ook een jong paard heeft een goed passend zadel nodig. De financiële afweging om dat later pas te doen is begrijpelijk maar niet verstandig. En laat een paard van jongs af aan geregeld fysiek nakijken. Het is beter een goede start te maken dan achteraf problemen te moeten oplossen. Zo zijn er nog vele zaken die de moeite van het bespreken waard zijn maar daarover een andere keer meer.

De moraal van het verhaal

De moraal van het verhaal? Voor en tegenstanders hebben deels gelijk. Het kan zowel goed uitpakken als verkeerd uitpakken als een paard op jonge leeftijd gereden wordt. Het beste scenario voor een paard is echter om vanaf zijn jeugd regelmatig te mogen bewegen en vanaf 2,5 -3 jaar GEDOSEERD belast te worden. Dit geldt ook voor de training onder het zadel. Een driejarige rijden kan dus wel degelijk positieve effecten hebben.
Zo bereiden we een paard en zijn weefsels fysiek en mentaal heel geleidelijk voor op hun carrière als rijpaard. De weefsels, zo blijkt uit onderzoek, worden sterker dan bij een paard dat pas op latere leeftijd belast gaat worden. Dan is het aanpassingsvermogen van bijvoorbeeld bot en peesweefsel een stuk minder. Ook mentaal verdient het de voorkeur om een paard heel geleidelijk, verdeeld over een langere periode te laten wennen aan het werk. Begin je op latere leeftijd met een paard dan wil dat, zoals men wel eens denkt, niet zeggen dat je daarmee sneller kunt gaan. Ook die paarden hebben net zoveel tijd nodig om belastbaar genoeg te worden én hebben in de groei de belastingsprikkel gemist die ervoor kan zorgen dat het skelet en andere weefsels goed voorbereid zijn op hun taak. Dat hóeft uiteraard niet per se problemen op te leveren, maar kan van invloed zijn op de keuze die je maakt.

Gisella Bartels fysiotherapie voor paarden, training van een paard
D’Artagnan bij zijn Lichte Tour debuut als 10 jarige. Vanaf 2,5 begonnen met licht longewerk, als 3 jarige zadelmak gemaakt en daarna heel rustig opgeleid, inclusief korte pauzes van enkele weken. Inmiddels beheerst hij alle GP oefeningen, is hij 16 jaar en nog topfit.

 

Verder kijken dan het plaatje

Laten we bij discussies als deze dus verder kijken dan een enkel plaatje, laten we ons echt verdiepen in wat er gebeurt in het paardenlichaam. Laten we ons ook niet teveel leiden door emoties en in sommige gevallen geld. Voor de meesten van ons geldt dat we paardenwelzijn hoog in het vaandel hebben staan, hoe mooi is het dan als de discussie over jonge paarden en de wetenschap gezamenlijk leiden tot beleid dat onze paarden ten goede komt?

Samen zorgen voor welzijn en gezondheid van onze paarden

Mocht je willen reageren? Graag! Denk dan wel weer even aan dat woord: gedoseerd. Oordelen is makkelijk, maar je mening echt goed onderbouwen brengt ons verder. Daar vaart iedereen wel bij. In de eerste plaats onze paarden, maar ook wij als paardenmensen!

 

Ook interessant om te lezen

Ja, ik wil op de hoogte blijven!

Wil je op de hoogte blijven van onze opleidingen, cursussen en themadagen? Laat je email achter!